Box 3 uitspraak Hoge Raad d.d. 6 juni 2024

In vervolg op het Kerstarrest 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat in box 3 geen hoger rendement in aanmerking mag worden genomen dan het werkelijk rendement.

Gevolgen voor spaarders en beleggers:

Voor spaarders en beleggers heeft dat als gevolg, dat als het werkelijk rendement lager is dan het forfaitair rendement dat de belastingdienst volgens de Herstelwet berekent, er niet meer belasting verschuldigd is dan over het werkelijk rendement.

De belastingplichtige moet echter aantonen dat zijn werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement.

Alle aanslagen die nog openstaan tot en met 2022 en die vanaf 2023 worden opgelegd is bovenstaand op van toepassing tot en met de invoering van de nieuwe Wet werkelijk rendement box 3. (vermoedelijk 2027)

Zowel voor de belastingdienst als voor de belastingplichtige is het chaos, want over de periode 2017 tot en met 2022 is er keuze uit 3 systemen:

  • heffing volgens het wettelijke systeem, zoals dat destijds gold met de vermogensmix;
  • heffing volgens de Herstelwet met de drie categorieën banktegoeden, overige bezittingen en schulden;
  • heffing over het werkelijk rendement.

En als fiscale partners mag eenieder voor zijn eigen systeem kiezen.

Wat is werkelijke rendement:

De Hoge Raad stelt de volgende regels:

  • bij vaststelling van het werkelijk rendement dient het gehele vermogen van belastingplichtige in box 3 te worden meegenomen;
  • er mag geen rekening gehouden worden met inflatie;
  • er mag geen rekening gehouden worden met heffingvrij vermogen;
  • met het positieve of negatieve rendement in andere jaren wordt geen rekening gehouden, dus geen verliescompensatie;
  • het werkelijk rendement omvat niet alleen de direct voordelen die uit vermogensbestanddelen worden getrokken, zoals rente, dividend en huur, maar ook indirecte inkomsten moeten meegenomen worden, in die zin van positieve en negatieve waardeveranderingen van die vermogensbestanddelen.
    Kortom, ook ongerealiseerde waardeveranderingen behoren tot het werkelijk rendement en daar moet dus ook belasting over betaald worden, althans als men kiest voor heffing over het werkelijk rendement.
  • Kosten zijn niet aftrekbaar.

Het ministerie van Financiën heeft snel op de uitspraak van de Hoge Raad gereageerd, waaronder:

“In de tussentijd hoeven belastingplichtigen niets te doen, zodra er meer duidelijk is worden zij geïnformeerd. Belastingplichtigen voor wie de uitspraak gevolgen heeft, krijgen eerst van de belastingdienst een brief.”

LET OP ALS U ALLEEN BANKTEGOEDEN HEEFT EN BOX 3 INKOMEN:

De belastingdienst legt wel definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2023 op aan spaarders met alleen banktegoeden. Wij adviseren om bezwaar aan te tekenen (binnen 6 weken na dagtekening aanslag) omdat het forfaitaire rendement van 0,92% wel eens te hoog kan zijn.

Voor nader informatie kunt u contact met ons opnemen.